maandag 7 mei 2007

De sigaar

"Meneer, mag die sigaar uit?" vroeg iemand quasi vriendelijk schuin achter me. We zaten in de ArenA en het dak was open, dus dacht ik een sigaartje moet wel kunnen. De huidige trent volgend is het zelfs opmerkelijk dat er in stadions nog geen rookverbod geldt. Misschien wel als het dak dicht is?
Het vreemde van die vraag is dat ik dat zo'n vijf of tien jaar geleden nooit gehoord heb. Weinig mensen die zich eraan stoorde (een enkeling misschien die écht last van de luchtwegen had). Althans waren er weinig mensen die er zo'n probleem van maakte. Je merkt tegenwoordig dat mensen zich duidelijk laten leiden door amerikaanse invloeden. En het wordt steeds erger. Nu de restaurants, straks de gehele horeca. Waar moeten we straks nog naar toe als we eens willen genieten van een lekkere sigaret of een sigaartje? Een amerikaanse staat bereidt momenteel zelfs een wet voor dat er in je eigen huis niet meer gerookt mag worden. Want immers ook de loodgieter of de schilder die langs zou kunnen komen hebben recht op die rookvrije werkplek. Het komt nog zover dat als we straks buiten onder een boom gaan zitten, dat van de een of andere dierenbeschermer niet meer mag omdat ook de bladluizen recht hebben op een rookvrije werkplek.

Ik was een tijdje geleden nog bij Hajenius in Amsterdam. Deze sigarenwinkel aan 't Rokin heeft een ongelooflijk mooi art-deco-interieur (kijk maar eens op www.hajenius.com, verboden voor niet-rokers). Hier is ook een ontmoetingsruimte waar nog naar hartelust gerookt mag worden. Als hij z'n personeel straks ook een rookvrije werkplek moet bezorgen kan hij z'n prachtige zaak wel sluiten. Maar dit ter zijde.

De quasi vriendelijke jongeman in de ArenA was in het gezelschap van enkele dames en hij stelde die vraag met een ondertoon waar ik uit opmaakte dat hij zich een beetje interessant wou voordoen. Ik heb m'n sigaar dan ook niet uitgemaakt waarop kinderlijk gekuch en opmerkingen als "asociaal" de lucht meer vervuilde als mijn sigarenrook.

Ik zal de beroerdste niet zijn om geen sigaar op te steken als ik weet dat iemand er last van heeft of als iemand me dat vriendelijk vraagt. Ik houdt er in de meeste gevallen zelf rekening mee. Dat deed ik vroeger en dat doe ik nu. Waar het hier om gaat is de sfeer die omtrent de rokende mens is ontstaan. Het is een soort hetze geworden. Maar niet alleen onder mensen die er écht last van hebben, ook onder een groot aantal meelopers die menen zich daarmee in een goed daglicht te stellen. Niet op de laatste plaats doel ik hiermee op onze beleidsmakers.

Over enkele jaren lopen de rokers wellicht met een gele ster op de jas met het woord "ROKER". En dan zijn we pas echt de sigaar!

Geen opmerkingen: